NIEUWS
Gércei-Vadász Magyar Vizsla Kennel
Wat is veldwerk ?
De vizsla is een voorstaande hond. Dit betekent dat de vizsla uitermate geschikt is om te werken vóór het schot. Vizsla's kunnen dus niet alleen apporteren of een sleep, dan wel zweetspoor uitlopen, maar ook het levende wild in het veld of bos opsporen voor de (voor)jager.
Het zoeken en voorstaan van het wild noemen we 'het werk vóór het schot'
Voor de Gércei-Vadász kennel is het van groot belang dat de honden, die worden ingezet bij het fokken, hebben bewezen dat ze beschikken over de natuurlijke aanleg om te werken vóór het schot. In wedstrijdverband wordt in zowel West als Centraal Europa beoordeeld of een hond beschikt over deze talenten. Voor veel nieuwe vizslabaasjes is veldwerken een heel onbekend iets. Daarom in het kort een uitleg over deze wedstrijdvorm in de jachthonden-wereld.
De voorjager en zijn hond krijgen door de keurmeesters een veld toegewezen waar de hond verondersteld wordt met een systematisch zoekpatroon, doorgaans tegen de wind in, veerwild (fazant, patrijs, kwartel) te zoeken en voor te staan.
In de voorjaarswedstrijden wordt er principieel enkel gewerkt op patrijzen in lage dekking terwijl er in de najaarswedstrijden gewerkt wordt op velden die voor de praktijkjacht in aanmerking komen en elke soort veerwild in aanmerking komt voor het maken van een "punt".
De loop (de beurt) van de hond duurt doorgaans maximaal 15 minuten. Dit betekent dat de kansen om in die tijdspanne wild te vinden en voor te staan hoger liggen voor een snelle hond met goede neuskwaliteit dan voor een hond die op voornoemde punten minder begaafd is. Indien de hond in zijn eerste loop mooi werk laat zien maar geen kans op wild kreeg kunnen de keurmeesters hem maximaal twee bijkomende beurten geven waarbij elke herneming eindigt van zodra de hond één kans op wild heeft gehad.
Een 'punt' begint bij het opnemen van de verwaaiing (geur) van het wild, gevolgd door een strak voorstaan (onbeweeglijk blijven staan met de neus de richting aanwijzend waar het wild zich verschuilt), eventueel gevolgd door een aantrekken (samen met de voorjager naar het wild toegaan) en het ter plaatse blijven (steady zijn) bij het opvliegen van de vogels en het schot.
Het punt is slechts beëindigd wanneer de hond terug aangelijnd is. Bij het opvliegen van de vogels wordt er tijdens het voorjaar steeds geschoten met een alarmpistool en is geen apport vereist.
Tijdens de najaarswedstrijden kan er zowel met een alarmpistool als met het jachtgeweer geschoten worden. Worden de vogels bij het opvliegen niet gedood dan volgt er een "koud" apport met een dood stuk veerwild.
Worden de vogels werkelijk geschoten (hetgeen steeds minder geschiedt) dan dient de hond te wachten op het bevel tot apporteren, het geschoten stuk veerwild te zoeken en af te geven aan zijn voorjager.
Zonder een apport is in najaarswedstrijden geen andere kwalificatie dan een C.Q.N. mogelijk.
WELKE KWALIFICATIES ZIJN MOGELIJK ?
CACT - RCACT - CACIT
SOORTEN VELDWEDSTRIJDEN
C.Q.N. (certificat d'aptitudes naturelles):
voor een hond die na een uitmuntende loop en met een uitmuntend punt nadien een dressuurfout maakt (bv. niet steady blijven, achtervolgen haas) waardoor hij niet in aanmerking komt voor een andere kwalificatie;
"Goed", "Zeer Goed" en "Uitmuntend"
worden door de keurmeesters verleend naargelang hun waardering voor de prestatie van de hond (zoekpatroon, stijl tijdens de loop, kwaliteit van het punt en eventueel van het apport).
Op nationale veldwedstrijden kunnen keurmeesters de naar hun mening beste hond naast het "uitmuntend" ook het CACT (certificat d'aptitude au championnat national de travail) toekennen en in voorkomend geval ook de naar hun mening tweede beste hond naast het "uitmuntend" een RCACT (réserve certificat d'aptitude au championnat national de travail) verlenen.
Op internationale veldwedstrijden kunnen de honden die het CACT toegekend kregen ook in aanmerking komen voor het CACIT (certificat d'aptitude au championnat international de travail) en eventueel het RCACIT (réserve certificat d'aptitude au championnat international de travail).
"jeugd": voor honden tot maximaal 2 jaar (in België en Nederland);
"derby": voor honden tot maximaal 30 of 36 maanden, afhankelijk van het land waar de wedstrijd plaats vindt;
"novice": voor honden ouder dan 2 jaar maar zonder kwalificatie in "open" (in Nederland);
"amateurs": voor honden voorgejaagd door hun eigenaar
of fokker en die in "open" geen hogere kwalificatie dan
"zeer goed" hebben behaald (in België);
"open": toegankelijk voor al de rassen van de continentale voorstaande honden;
"club": enkel toegankelijk voor het ras dat de inrichtende vereniging vertegenwoordigt;
"interclubs": toegankelijk voor meerdere maar niet alle rassen van de continentale voorstaande honden.
" Wie interesse heeft voor deze vorm van hondensport kan zich bij mij steeds melden.
Ik zal hem/haar met veel genoegen alle nodige info en advies verstrekken i.v.m. training, wedstrijden en reglementen"
© 2014 copyright by Gércei-Vadász Vizsla Kennel